Water en andere vloeistoffen kunnen uitstekend gedesinfecteerd worden met UVC-licht. Om een UVC systeem te kiezen met het juiste vermogen is het belangrijk de transmissiewaarde van het water of van de vloeistof te weten.

 

Lees hier hoe desinfectie met UVC licht werkt

 

De transmissiewaarde wordt ook wel T10-waarde genoemd en geeft aan welk percentage UVC overblijft nadat het zich door 10 mm water heeft verplaatst. Hoe hoger de waarde hoe minder schaduwwerking er in het water aanwezig is en hoe lager het benodigde vermogen voor goede desinfectie.

 

Transmissiewaarden
Indicatieve T10-waarden

  • Gedemineraliseerd water: 99%
  • Bronwater: 96%
  • Leidingwater: 90%
  • Regenwater: 80 – 96%
  • Slootwater: 60 – 80%
  • Drainwater 20 – 30% (in de tuinbouw)

 
Hoe lager de transmissiewaarde is, hoe hoger de UVC-intensiteit moet zijn om nog steeds voldoende te desinfecteren.
De intensiteit van de UV-afgifte kan verhoogd worden door:

 

  • de stroomsnelheid te verlagen,
  • de afstand tussen de UV-lamp en de buitenwand te verkleinen of
  • meer of krachtigere UV-lampen te installeren,
  • filtering toe te passen voor het UV systeem.


Verhogen transmissiewaarde door filteren
Een UVC-desinfectiesysteem filtert geen deeltjes uit de waterstroom. Om de transmissiewaarde te vergroten, kan een voorfilter worden geplaatst. Het plaatsen van een voorfilter kan de UVC installatie beschermen als er veel losse deeltjes in het water zitten en verkleint de kans dat er aanslag ontstaat op de kwartsbuizen. Voor UVC-installaties in drinkwater worden meestal 5-25 μm filters gebruikt.

 

Zonder voorfiltering kunnen bacteriën in de schaduw van grotere deeltjes terechtkomen. Gebeurt dit, dan worden ze niet beschenen door het UVC-licht en kunnen ze gewoon hun weg vervolgen. Door voor te filteren worden de grote deeltjes opgevangen en wordt ‘shadowing’ voorkomen.

Bekijk UVC waterdesinfectie apparatuur

>

+